Kinderen
De praktijk verzorgt onderzoek, diagnostiek en behandeling bij kinderen wanneer de spraak-/taalontwikkeling moeizaam verloopt. Ook wordt advies en training aan de omgeving van het kind. Problemen in de spraak– en / of taalontwikkeling kunnen leiden tot leer-, lees- en spellingsmoeilijkheden. Kinderen met taalproblemen hebben een groter risico op dyslexie en kunnen gedragsproblemen ontwikkelen. De logopedist is vaak al in een vroeg stadium betrokken bij kinderen met dyslexie. Die zijn soms nog niet in het leesproces vastgelopen, maar vertonen al wel risicofactoren. Een vroege adequate begeleiding (voorschotbenadering) kan dyslexie weliswaar niet voorkomen, maar verkleint wel de uitingsvorm ervan. De behandeling door een (gespecialiseerde) logopedist levert zo een grote bijdrage aan het voorkomen van leesproblemen en het verminderen van de gevolgen. Logopedisten onderscheiden zich omdat zij de deskundigheid hebben van diagnostiek, indicatiestelling en therapie van spraak- en taalstoornissen. Logopedie omvat specifieke kennis over fonologie en oproepsnelheid van letters en woorden die nauw samenhangt met diagnostiek en begeleiding. De risicogebieden voor het leren lezen en / of spellen vormen het werkterrein van de logopedist. Daarmee heeft de logopedist een signalerende en interveniërende rol bij de vroegtijdige opsporing van risicokinderen. Er wordt nauw samengewerkt met scholen, huisartsen, specialisten, ambulant begeleiders Speciaal Onderwijs, (kinder)fysiotherapeuten en andere paramedici.
Afwijkende mondgewoonten kunnen het evenwicht tussen de spieren in de mond onderling verstoren en daardoor invloed hebben op de stand van tanden en kiezen en de vormgeving van de mond. Denk hierbij aan niet goed slikken, mondademen, duimen, vingerzuigen, lispelen of slissen. De logopedist behandeld afwijkende mondgewoonten en werkt daarbij samen met tandartsen en orthodontisten.
Kinderen met heesheid, (hyper)nasaliteit, stotteren of broddelen kunnen ook terecht in de praktijk.